Vocabolario del giorno
wiskunde (matematica)
getal (numero)
optelling (addizione)
aftrekking (sottrazione)
vermenigvuldiging (moltiplicazione)
deling (divisione)
gelijk (uguale)
groter (maggiore)
kleiner (minore)
even (pari)
oneven (dispari)
somSom (somma)
verschil (differenza)
product (prodotto)
quotiënt (quoziente)
procentueel (percentuale)
breuk (frazione)
decimaal (decimale)
vergelijking (equazione)
variabele (variabile)
oplossing (soluzione)
meetkunde (geometria)
omtrek (perimetro)
oppervlakte (area)
Inhoud (volume)
hoek (angolo)
rechthoek (rettangolo)
vierkant (quadrato)
driehoek (triangolo)
cirkel (cerchio)
kubus (cubo)
sferen (sfere)
rechthoek (rettangolo)
symmetrie (simmetria)
grafiek (grafico)
tabel (tabella)
meten (misurare)
lengte (lunghezza)
breedte (larghezza)
hoogte (altezza)
eenheid (unità )
millimeter (millimetro)
centimeter (centimetro)
meter (metro)
kilometer (chilometro)
liter (litro)
gramMODEL
(grammo)
kilogram (chilogrammo)
berekenen (calcolare)
rekenmachine (calcolatrice)
