Vocabolario del giorno
chemie (chimica)
element (elemento)
molecuul (molecola)
atoom (atomo)
protonen (protoni)
neutronen (neutroni)
elektronen (elettroni)
reagens (reattivo)
verbinding (composto)
stof (sostanza)
chemische reactie (reazione chimica)
periodiek systeem (tavola periodica)
oplossing (soluzione)
oplosmiddel (solvente)
opgeloste stof (solute)
zuur (acido)
basis (base)
pH (pH)
oxidatie (ossidazione)
reductie (riduzione)
chemische binding (legame chimico)
ionische binding (legame ionico)
covalente binding (legame covalente)
katalysator (catalizzatore)
neerslag (precipitato)
chemische vergelijking (equazione chimica)
balancering (bilanciamento)
concentratie (concentrazione)
mengsel (miscela)
verzadigd (satura)
metaal (metallo)
niet-metaal (non metallo)
gas (gas)
vloeistof (liquido)
vast (solido)
toestand van de materie (stato della materia)
experiment (esperimento)
laboratorium (laboratorio)
veiligheid (sicurezza)
analyse (analisi)
titratie (titolazione)
thermochemie (termochimica)
chemische kinetiek (cinetica chimica)
chemisch evenwicht (equilibrio chimico)
organische chemie (organica)
anorganische (inorganica)
biochemie (biochimica)
polymeer (polimero)
elektrochemie (elettrochimica)
radioactiviteit (radioattività )
isotoop (isotopo)
periodiciteit (periodicità )
