Vocabolario del giorno
biologie (biologia)
cel (cellula)
organisme (organismo)
soort (specie)
ecosysteem (ecosistema)
evolutie (evoluzione)
genetica (genetica)
DNA (DNA)
chromosoom (cromosoma)
eiwit (proteina)
enzym (enzima)
metabolisme (metabolismo)
fotosynthese (fotosintesi)
voortplanting (riproduzione)
herbivoor (erbivoro)
vleeseter (carnivoro)
alleseter (onnivoro)
gewervelde (vertebrato)
ongewerveld dier (invertebrato)
zoogdier (mammifero)
reptielen (rettili)
amfibie (anfibio)
vogel (uccello)
vis (pesce)
insect (insetto)
weefsel (tessuto)
orgaan (organo)
bloedsomloopstelsel (sistema circolatorio)
hart (cuore)
long (polmone)
slagader (arteria)
ader (vena)
spijsverteringsstelsel (sistema digerente)
maag (stomaco)
darm (intestino)
lever (fegato)
nier (reni)
zenuwstelsel (sistema nervoso)
hersenen (cervello)
zenuw (nervo)
sensor (sensore)
immuunsysteem (sistema immunitario)
antibioticum (antibiotico)
vaccin (vaccino)
bacterie (batterio)
virus (virus)
micro-organisme (microrganismo)
classificatie (classificazione)
milieu (ambiente)
aanpassing (adattamento)
dierlijke cel (cellula animale)
plantaardige cel (cellula vegetale)
Mitose (mitosi)
Meiose (meiosi)
voedselketen (catena alimentare)
ecologie (ecologia)
biodiversiteit (biodiversità)
mutatie (mutazione)
natuurlijke selectie (selezione naturale)
uitsterven (estinzione)
habitat (habitat)
chlorofyl (clorofilla)
anatomie (anatomia)
fysiologie (fisiologia)