Vocabulary of the day
berg (mountain)
rivier (river)
vallei (valley)
heuvel (hill)
meer (lake)
oceaan (ocean)
zee (sea)
woestijn (desert)
plateau (plateau)
Klif (cliff)
kloof (canyon)
duin (dune)
vlakte (plain)
top (peak)
vulkaan (volcano)
waterval (waterfall)
eiland (island)
schiereiland (peninsula)
baai (bay)
golf (gulf)
fjord (fjord)
gletsjer (glacier)
archipel. (archipelago)
rif (reef)
atol (atoll)
landengte (isthmus)
delta (delta)
bekken (basin)
grot (cave)
kloof (gorge)