Vocabulary of the day
vogel (bird)
veer (feather)
nest (nest)
snavel (beak)
vleugel (wing)
vliegen (fly)
ei (egg)
kwetteren (tweet)
zitstok (perch)
zwerm (flock)
migreren (migrate)
zingen (sing)
soorten (species)
boom (tree)
klauw (claw)
zaad (seed)
vogel- (avian)
vlucht (flight)
verenkleed (plumage)
roesten (roost)